Verbintenissenrecht. Medische behandelingsovereenkomst. Complicaties ontstaan door gebruik van 'Miragelplombe' bij oogoperatie. Vraag of sprake is van tekortkoming indien een zaak is gebruikt die ten tijde van de behandeling 'state of the art' is maar op grond van later opgekomen medische inzichten niet geschikt wordt bevonden.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomsten en huurkoopovereenkomsten. Beroep op dwaling ten aanzien van die overeenkomsten afgewezen. Ontbinding van de franchiseovereenkomsten wegens wanprestatie van de franchisegever. Vordering tot schadevergoeding van de franchisenemers afgewezen. Betaling van achterstallige huurkoopsommen. Ontbinding huurkoopovereenkomst. Ongedaanmakingsverbintenissen. Geen inbreuk op merk of op handelsnaam.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchise. Geen prognoses verstrekt. Informatie omtrent omzetverhoging en ondersteuning zeer algemeen geformuleerd. Geen misbruik van omstandigheden noch dwaling bij totstandkoming van de overeenkomst. Geen tekortkoming franchisegever. Uitleg beding omtrent tussentijdse beëindiging.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Hoger beroep van ECLI:NL:RBGEL:2016:5309 en ECLI:NL:RBGEL:2017:3276; franchiseovereenkomst met winkelhuur in nieuwbouwgebied; door franchisegever verstrekte vestigingsplaatsanalyse en exploitatiebegroting; verliesgevende exploitatie; dwaling franchiseovereenkomst te wijten aan door franchisegever verstrekte inlichtingen (via de verstrekking van vestigingsplaatsanalyse en exploitatiebegroting), terwijl franchisegever ook had behoren in te lichten over de moeilijke start van de vestiging; vernietiging van met franchiseovereenkomst nauw samenhangende huurovereenkomst en koopovereenkomst activa; na vernietiging geen onderzoek tekortkoming; geen onrechtmatige daad; afwikkeling rekening courant onder aftrek van onverschuldigde franchise fee en huurpenningen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding. Vordering staken concurrerende werkzaamheden voormalige franchisenemers toegewezen, Vordering jegens derde tot staken onderneming afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding. Beëindiging franchiseovereenkomst. Vordering tot schorsing non-concurrentiebeding afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geschil tussen franchisegever en franchisenemers, vervolg op ECLI:NL:RBROT:2019:946 en ECLI:NL:RBROT:2019:6819. Uitleg franchiseovereenkomsten met betrekking tot openingstijden. De franchiseovereenkomsten vallen in drie groepen uiteen. Alleen in de laatste groep zijn expliciete lunchopeningstijden opgenomen en alleen deze groep franchisenemers is verplicht tot lunchopenstelling. Of op basis van 6:248 lid 2 een uitzondering moet worden gemaakt voor ondernemers van de laatste groep, kan alleen in individuele gevallen worden beoordeeld en leent zich daarmee niet voor de gevorderde algemene verklaring voor recht. Wel verklaringen voor recht dat de andere twee groepen niet verplicht kunnen worden tot lunchopenstelling. De vordering van de franchisegever tot het opleggen van een dwangsom aan alle ondernemers om hen te dwingen rond de lunch open te gaan, is te ruim, omdat slechts een deel van hen daartoe verplicht is. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Hoger beroep gegrond. Overtreding artikel 6 van de Mededingingswet (kartelverbod) door leesmapondernemingen. Enkele voortdurende overtreding. Geen beroep op artikel 7, tweede lid, van de Mededingingswet (bagatelbepaling). Hoogte van de boete. Evenredigheidsbeginsel.
De door ACM gekozen constructie van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de boete-oplegging aan de feitelijk leid inggevenden verdraagt zich niet met de Wet.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Afrekeningsgeschil Albert Heijn-franchisenemers. Uitleg standaard franchiseovereenkomst. Haviltexnorm
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De vraag is of de voor onbepaalde tijd aangegane franchiseovereenkomst van partijen door opzegging door franchisenemer rechtsgeldig is beëindigd per 1 juli 2019.
Tussen franchisegever en franchisenemer is een mondelinge franchiseovereenkomst tot stand gekomen. Franchisenemer kocht de goederen bij franchisegever en exploiteerde de franchiseonderneming in een ruimte die hij huurde van een derde. Franchisenemer moest in eerste instantie de ruimte verlaten per 1 december 2019. Franchisegever heeft hiertoe onderhandeld met de verhuurder en franchisegever heeft ervoor gezorgd dat franchisenemerde ruimte kon huren per voornoemde datum voor een hoger bedrag. Franchisegever biedt franchisenemer vervolgens een voor franchisenemer (nieuwe) nadelige franchiseovereenkomst aan. Franchisenemer stelt zich op het standpunt dat hij door de verhoogde huur en nadeligere franchiseovereenkomst hij (veel) minder winst zal maken. Franchisegever zegt daartoe de franchiseovereenkomst op per 1 juli 2019. Franchisenemer heeft alle franchisekenmerken uit de winkel verwijderd en kocht goederen bij een andere partij in.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de opzegging per 1 juli 2019 onredelijk is. Franchisenemer moet tot 1 oktober 2019 de franchiseonderneming exploiteren vanuit de ruimte én goederen inkopen bij franchisegever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.