Arbeidsovereenkomst. Goed werkgeverschap
Werknemer treedt op 10 februari 1998 in dienst. Zijn pensioenpremie komt voor rekening van de werkgever. Het pensioenreglement bepaalt, dat indien het deelnemerschap, anders dan door overlijden, eindigt vóór de ingangsdatum van het ouderdomspensioen en korter dan vijf jaar zal hebben geduurd, de pensioenaanspraken voor de werknemer vervallen en de verzekering ten gunste van de werkgever zal worden afgekocht. Per 1 september 2000 wordt de werknemer in verband met een reorganisatie ontslagen. De afvloeiingsregeling luidt onder meer dat werknemers met een dienstverband korter dan vijf jaar ofwel de reeds betaalde pensioenpremie uitgekeerd kunnen krijgen ofwel de betaalde premie kunnen laten omzetten in een premievrije polis. Dit laatste wordt door de werkgever geadviseerd. De werknemer heeft niet voor één van beide opties gekozen. Hij is ervan uitgegaan, dat het opgebouwde pensioen premievrij is geworden. Hij komt er in 2010 achter dat dit niet is gebeurd en spreekt de werkgever aan ter zake van schadevergoeding op grond van strijd met goed werkgeverschap, op grond dat deze hem niet duidelijk en onomwonden heeft geïnformeerd omtrent de procedures. Vordering is in beginsel toewijsbaar. Rolverwijzing met het oog op de schadeberekening.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
In dit kort geding is onvoldoende aannemelijk geworden dat in strijd met het mededingingsrecht is gehandeld.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Bevoegdheidsincident. Internationale bevoegdheid. De rechtbank maakt een uitzondering op de hoofdregel dat de rechter bij de beoordeling van zijn internationale bevoegdheid niet gebonden is aan de stellingen in de dagvaarding.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vordering betaling contractuele boete wegens schending concurrentiebeding is niet toewijsbaar. Blijkens vaste rechtspraak strekt een non-concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst er in de eerste plaats toe om de franchisegever in staat te stellen zijn exclusieve know-how aan de franchisenemer over te dragen, en om aan de franchisenemer bijstand bij de toepassing van zijn methoden te kunnen verlenen, zonder daarbij het risico te lopen dat die kennis en die bijstand ten goede kunnen komen aan concurrenten. Dat belang speelt in onderhavige zaak niet.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchise-overeenkomst. Tegenvallende omzet, ook na verbetertraject van meerdere jaren. SL stuurt aan op beeindiging franchise-verhouding, die laatstelijk met 1 jaar was verlengd ipv met 5 jaren. S vordert gebod tot aanbieding nieuwe overeenkomst voor de duur van 4 jaren, subsidiair 1 jaar, danwel totdat de bodemrechter over voortzetting van de franchise-relatie heeft geoordeeld in nog niet aanhangige bodemzaak. SL vordert in reconventie ge- en verboden waarmee zij beoogt dat S per 1 september 2016 niet langer als franchisee van SL optreedt noch in de nabijheid een gelijksoortig bedrijf gaat uitoefenen.
Voorzieningenrechter in conventie: In kort geding geen plaats voor toewijzing van enig deel van het gevorderde, nu daarmee in wezen een definitieve rechtstoestand zou worden bewerkstelligd in het geschil tussen partijen. Voorzieningenrechter overweegt ten overvloede dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de laatste franchiseovereenkomst en het daarbij horende addendum van 31 augustus 2015 op grond van dwaling of m.v.o. kan/kunnen worden aangetast.
In reconventie wordt S veroordeeld zich per datum vonnis te onthouden van al hetgeen waartoe zij krachtens de franchise-overeenkomst was gerechtigd en van concurrerende werkzaamheden gedurende 1 jaar binnen een straal van 25 km
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Besluit vergunning onder voorwaarden verleend voor overname. Afwijzing verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Eigenrisicodrager, niet zijnde de actuele werkgever, is belanghebbende bij besluiten waarbij een betrokkene (een voorschot op) een WIA-uitkering is toegekend. Beroep van eigenrisicodrager, niet zijnde de actuele werkgever, tegen de loonsanctie wordt doorgezonden naar de CRvB, omdat de rechtbank hierover een uitspraak heeft gedaan in een beroepszaak van de werkgever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Schending exclusiviteitsbeding uit franchiseovereenkomst door franchisegever. Geen rangorde tussen rechten uit beide franchiseovereenkomsten. Aangaan franchiseovereenkomst met derde komt voor risico franchisegever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Beëindiging franchiseovereenkomsten niet toegestaan op de aangevoerde gronden, die volgens de voorzieningenrechter neerkomen op het mogelijk onjuist navolgen door eiseres van een niet-gereguleerde interne procedure van gedaagde.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Afwikkeling van een franchise overeenkomst. Franchisenemer mocht bij eenzijdige beëindiging van de franchise overeenkomst de klanten niet zonder toestemming van de franchisegever behouden. Ex-franchisenemer veroordeeld tot schadevergoeding op te maken bij staat en voorts tot het doen van rectificatie wegens het doen van onjuiste uitlatingen richtingen de klanten aangaande de relevante rechtsverhoudingen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.