Jurisprudentie

Filter
31-03-2004
Gerechtshof Leeuwarden, ECLI:NL:GHLEE:2004:AO6728

Kern van het geschil in principaal en incidenteel appel is de vraag - in essentie - of [appellant], door te handelen in strijd met het bepaalde in art. 14 van de franchiseovereenkomst d.d. 6 september 2001, daarmede aan [geïntimeerde] de op art. 4 lid 8 van genoemde overeenkomst gebaseerde bevoegdheid heeft verschaft tot ontbinding van deze overeenkomst, gelijk [geïntimeerde] bij brief van 26 februari 2003 heeft gedaan. Op deze vraag heeft grief 3 in het principaal appel (ten dele) betrekking.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

12-03-2004
Parket bij de Hoge Raad, ECLI:NL:PHR:2004:AO0970

12 maart 2004 Eerste Kamer nr. C02/237HR JMH/MD Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. [Eiser 1], wonende te [woonplaats], 2. [Eiser 2], wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie, incidenteel verweerders, advocaat: mr. S.C. Meijler, t e g e n 1. [Verweerder 1], 2. [Verweerder 2], beiden wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, incidenteel eisers, advocaat: voorheen mr. T.A. Tanja-van den Broek, thans mr. M.H. van der Woude. 1. Het geding in feitelijke instanties...

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

09-07-2002
Gerechtshof Arnhem, ECLI:NL:GHARN:2002:AE5220

Het bestuur van de franchisenemersvereniging heeft in redelijkheid en billijkheid niet het besluit kunnen nemen tot verhoging van de marketingbijdrage van de franchisegever zonder eerst de door het bestuur en de algemene ledenvergadering vastgestelde toestemmingsprocedure te volgen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

25-01-2002
Parket bij de Hoge Raad, ECLI:NL:PHR:2002:AD7329

In cassatie staat de vraag centraal of een franchisegever heeft in te staan voor de deugdelijkheid van een in zijn opdracht verricht onafhankelijk vestigingsplaatsonderzoek en of – in het verlengde daarvan – de franchisenemer zonder meer mag afgaan op de in dat onderzoek in het vooruitzicht gestelde omzetprognose. De prognose dient deugdelijk te zijn. De franchisegever is in beginsel aansprakelijk wanneer de prognose die hij aan de aspirant franchisenemer heeft gegeven niet deugdelijk is onderbouwd of wanneer deze op verkeerde uitgangspunten is gebaseerd. De grondslag van de aansprakelijkheid van een schuldenaar voor door hem ingeschakelde derden als hiervoor beschreven (artikel 6:76 BW en artikel 6:171 BW) zijn dezelfde indien het gaat om het inschakelen van een derde tijdens de precontractuele fase. Niet bij wege van hypothetische feitelijke grondslag kan ervan worden uitgegaan dat het rapport fouten bevat.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen